Petrus Immens, een pastoraal bewogen prediker
(Recensie Saambinder november 2020)
Het is een goede zaak dat uitgever Den Hertog 300 jaar na de sterfdag van Petrus Immens deze waardevolle biografie over hem het licht doet zien. Dit werk van Steef Post zal zeker bijdragen aan de verbreiding van Immens’ nuttige en bekende werk De godvruchtige avondmaalganger.
Een boeiende geschiedenis
De auteur begint met een levendige beschrijving van de inneming van Den Bosch door Frederik Hendrik. Indrukwekkend is het om te lezen hoe moeilijk gereformeerde predikanten het hadden als ze in het roomse Brabant een gemeente kregen toebedeeld. We krijgen een goed beeld van het platteland van Brabant in die tijd, waarin rondtrekkende soldaten dorpen beroofden. Grote armoede was het gevolg. Zowel vader Robertus Immens, als zoon Petrus hebben gediend in Oirschot. Mooi dat de auteur dit werk opdraagt aan het evangelistenechtpaar Henk en José van den Boogaart, die nu in Brabant werken! Het wedervaren van Petrus in West-Souburg en Zaltbommel wordt ook boeiend verhaald en niet minder van zijn Middelburgse periode.
De avondmaalspraktijk
De langste tijd van zijn ambtelijke loopbaan heeft Immens in Middelburg doorgebracht. Op het Brabantse platteland heerste het rooms-katholicisme; daar moest een predikant zich inspannen om enkele tientallen mensen in zijn diensten te krijgen. In West-Souburg was er rond de avondmaalsdiensten niet alleen aandacht voor wie er aangingen, maar ook voor wie afbleven. Daarbij was er een strakke censuur voor hen die niet aan mochten. In Middelburg was er een heel andere samenstelling van de bevolking en het kerkbezoek was er veel frequenter. Mooi was dat er in de week van voorbereiding veel mogelijkheden waren om een samenkomst te bezoeken. Ongeloofwaardig lijkt me de berekening aan de hand van wat ingekocht werd aan brood en wijn voor het Heilig Avondmaal. Het leidt tot de conclusie dat er 10.000 avondmaalgangers waren. Hoewel het inderdaad aanvankelijk praktijk was dat alle gedoopten tot het doen van belijdenis gedrongen werden en daarmee toestemming vroegen om aan het avondmaal te gaan, kon deze gewoonte de voorstanders van Nadere Reformatie niet behagen. Post geeft ook aan hoe Immens verdriet had over het zelfbedrog van een naamchristendom: “Anderen gaan ten Avondmaal, omdat zij lidmaten zijn, uit sleur en gewoonte. Ze weten zelf niet waarom, dan omdat anderen het doen. En zij denken niet eens om de Heere Jezus, veel minder dat zij tot Hem de toevlucht zouden nemen. O ellendige en gevaarlijke toestand!”
Bevindelijke diepgang
Tot de mooiste gedeeltes van dit boek reken ik de citaten uit de verzen van zijn moeder Maria van der Deliën. Ook van zijn jong gestorven broer Robert, predikant in Sint Anna ter Muiden, zijn indrukwekkende verzen opgenomen. Ze verrijken deze studie en geven een warme, bevindelijke diepgang aan verschillende gebeurtenissen. Dat geldt ook van de beschrijving van verschillende personen en voorvallen. Ik denk aan de sterfbedbeschrijving van Cornelia Constantia Winckelman, uitvoerig weergegeven vanuit een bewaard verslag van Immens. Post verhaalt voortdurend gebeurtenissen en belevenissen die voor hen die een louter wetenschappelijke studie willen lezen, uit de toon vallen, maar die voor degenen die iets van Gods werk willen lezen, een verkwikking zijn. Dat geldt zeker wat van de familie Winckelman beschreven is. Het is mede aan Petronella te danken dat de avondmaalspreken van De godvruchtige avondmaalganger later konden worden uitgegeven
Broederband
Bijzonder mooi vind ik in deze grondige studie ook wat is beschreven van de vele contacten die Immens in zijn Middelburgse tijd gehad heeft met zijn medebroeders in de bediening. Het is een bijzondere zegen zo naast elkaar te mogen dienen in onderlinge hartelijke verbondenheid en zo het heil te zoeken van die grote gemeente. Immens heeft er onder anderen Smytegelt, De Frein, Van Houten, Leydekker, Hanappier en Tuinman meegemaakt. Immens heeft in zijn ambtelijke loopbaan ook een vriendenkring gehad onder gemeenteleden, van wie sommige ambtsdrager waren. Hij heeft onder hen ook een kleine opwekking meegemaakt. Bij die vriendengroep behoorden Swanke, Boddaert, Pieter de la Ruë, Schorer en ook Pieter de Morilyon, over wie Post al eerder een boek heeft uitgegeven.
Een prachtig boek
De biografie die ons hier geboden wordt, is een prachtige uitgave geworden. Het is enerzijds een wetenschappelijk verantwoord werk, met voetnoten; maar het is voor alle geïnteresseerden – en ik hoop dat het er veel zijn – goed leesbaar. Het boek is ook bijzonder mooi geïllustreerd. Sommigen vinden misschien dat het boek te overladen is met feiten en feitjes, vooral ook uit de Middelburgse kerkgeschiedenis opgediept, maar voor de lezers met kerkhistorische interesse – en dat zullen de meesten zijn – is het ongetwijfeld heel interessant. In zijn slotzin prijst de auteur Immens’ “trefzekere beschrijving van het leven met de Heere, zijn onderwijs over geloof, verbond en Avondmaal, en zijn bemoedigende woorden voor hen die hunkeren naar meer kennis van, een dieper vertrouwen op en een zalige overgave aan het volkomen offer van de Heere Jezus Christus.” Graag stem ik daarmee in.
C.J. Meeuse