Willem Teellinck, Liefdesdwang. De hartveroverende kracht van de liefde van Christus, uit. De Banier, geb. 90 pag. 12,95, ISBN 9789087181031
Het is verblijdend dat er weer een werkje van deze auteur het licht ziet. Ik hoop dat er hierdoor velen bijkomen die de geschriften van onze oudvaders ter hand nemen, want het blijft helaas waar dat ze meer geprezen dan gelezen worden. We vinden ook in dit boekje van Teellinck de boodschap in de krachtige taal die we van hem gewend zijn. Het behelst een verhandeling over 2 Korinthe 5:14: ‘Want de liefde van Christus dringt ons’, oorspronkelijk een nabetrachtingspreek op het Heilig Avondmaal. In een heldere uitleg van de tekst wordt verklaard hoe de liefde tot Christus door God Zelf gewekt wordt en dit tot uitwerking heeft een algehele overgave aan Hem, om de Heere te dienen. Met pakkende beelden wordt verduidelijkt wat zeker kenmerkend is voor een leven waarin de liefde van Christus dringt. Ook wordt met allerlei voorbeelden getoond waar die liefde kennelijk gemist wordt, zelfs bij het kopen of maken van kleding, of wat men ook maar doet of laat.
Wij zeggen wel eens nachtpitjes te zijn vergeleken bij het heldere licht van de oudvaders en hoewel we ieder meer licht mogen toewensen, moeten we ze zeker in ere houden. Beschouwing van bevinding is slechts een aftreksel van de pure bevinding die we in geschriften als deze lezen. Je begrijpt er dan iets van waarom ze vroeger spraken over ‘godsdienstoefeningen’.
Dr. J. W. op ’t Hof zegt in zijn inleideng dat het woordgebruik van deze oudvader nogal archaïsch is en dat hij veel uitdrukkingen hanteert die nu zelfs door een neerlandicus ternauwernood begrepen worden. Hertaling was dus onmisbaar en dhr. C. Bregman heeft op dit terrein al langere tijd vertrouwen gewekt door zijn nauwgezette werkwijze, met de originele taal vaak in een voetnoot. Overigens zou ik in een voorbericht me beperken tot een korte inleiding op het geschrift en enkele mededelingen over de auteur. Een uitvoerige beschrijving van de geschiedenis van een uitgave zou ik liever aan het slot zien, zoals de opmerkingen van de hertaler daar ook een plaats kregen. Maar laat het toch niemand afschrikken om een verhandeling als deze ter hand te nemen. Ik wens hem in vele handen.
Ds. C.J. Meeuse