De klaagmuur

De klaagmuur

Zou hier nu Abrams zaad niet klagen,
verwoest, naar Izaks Vreze vragen?
Zou Jakobs erfdeel hier niet wenen
en bidden bij verweerde stenen?

Zou Juda’s dochter hier niet kermen
en smeken om Gods warm ontfermen,
nu helse haat haar wil verderven
en wil verjagen die hier erven?

O, Davids Zoon, wilt U bekeren
die hier verblind Uw heil afweren!
Wendt U hun aangezicht naar boven,
opdat ze in Uw Woord geloven.

O, vleesgeworden Woord van God,
geef hier Uw volk een zalig lot!

Toelichting
Als je spreekt over ‘de beminden om der vaderen wil’ dan denk je aan Abraham, Izak en Jakob en aan Gods verbond met die patriarchen, dat betrekking heeft op de komst van de Messias. Als je met die gedachte bij de Klaagmuur komt – en iedereen die Israel bezoekt, zal daar ook een bezoek brengen – dan moet het je toch wel aangrijpen hoe men zich daar afkeert van de gekomen Heiland en Verlosser en zich wendt tot eigen verdiensten om daarop te rusten.

Er is bij de Klaagmuur overvloedige reden tot droefheid en gebed. Helse haat wil hier de Joden verjagen. Laat Abrams zaad maar klagen en het nageslacht smeken om ontferming! Maar ons gebed daar is een smeken om opening van de zielsogen om te zien hoe men het door Jezus verdiende heil in vijandschap afweert. Ik heb daar zelf met orthodoxe Joden over de Messias gesproken, maar men spuugt liever op de grond bij het horen van Zijn Naam, dan dat men verlangend vraagt om Hem te mogen leren kennen. Ons gebed is dat het Joodse volk bij de Klaagmuur leert opzien om het heil niet van zichzelf maar van God te verwachten. Ja we bidden hier of het Vleesgeworden Woord van God hen en ons leert dat alleen in Hem de zaligheid ligt.