Zondag in Jeruzalem
Nu ik hier, Heere, op Uw dag
een plaats krijg waar ik voorgaan mag,
maar deuren nog gesloten zijn
van harten die een vesting zijn
van vijandschap tegen Uw Zoon,
zorg U dan voor Zijn arbeidsloon!
Hier strijden Jood en Arabier
om ’t tempelplein – en ik zoek hier
waarvan dit plein een teken was,
toen het gekleurd door bloed en as,
sprak van waar Gods verzoening is:
ik zoek een plaats waar Christus is.
Sprak Hij niet bij de Jakobsbron,
toen Hij de zonde overwon
in de Samaritaanse vrouw,
die van de Heiland weten wou,
waar men toch God aanbidden zal:
niet hier, niet daar, maar overal?
Verheerlijk, Heere, deze dag
dan overal Uw Zoon, en mag
ook hier een teken zijn, een blijk,
dat U zorgt voor Uw Koninkrijk?
Kom, Heere Jezus, als weleer
en open deuren tot Uw eer.
Toelichting
Het was een wonder voor me dat ik op de Nieuwtestamentische sabbat in Jeruzalem Gods Woord mocht brengen en spreken over Hem, Die hier alles vervulde wat in de oude bedeling over Hem voorzegd was. Toch ervaar je in Israel hetzelfde als in Nederland: harten zijn van nature gesloten voor Christus. Niemand laat Hem de troon bestijgen in het hart om, zelf vernederd, ons in alles door Hem te laten regeren. Die tegenstand tegen Christus ligt vast in onze hoogmoedige natuur, die alleen verbroken kan worden door de verdienste van Gods Zoon, de Heere Jezus Christus. Daarom ging mijn gebed uit tot God, Die Zijn Zoon arbeidsloon had toegezegd. Hij kan de hardste harten verbreken.
Wordt hier om het tempelplein gestreden tussen Joden en Arabieren, ik zoek de vervulling van de offers die hier gebracht zijn en waar Christus nu wil komen om te verzoenen. Heeft Hij niet tegen de Samaritaanse vrouw gezegd dat het nu niet meer om het tempelplein, de Oudtestamentische plaats van de offers, gaat, maar om Zijn tegenwoordigheid, waar ook ter wereld? Daarom besloot ik met de bede of op Gods dag overal ter wereld Christus koninkrijk, Zijn genadeheerschappij, zal komen, in harten die door en voor Hem geopend worden. Heerst Hij al in ons hart?