Ontluistering

Bij dit woord denken we al gauw aan de aftakeling van een mensenleven. Dat kan inderdaad een ontluistering zijn; maar nu vraag ik toch de aandacht voor een ander opmerkelijk verschijnsel dat dezelfde naam mag dragen. Vorige keer schreef ik iets over ‘ontlezing’ en in het verlengde daarvan wil ik nu de aandacht vestigen op de ‘ontluistering’. Dezelfde synode die ons als Deputaatschap KGJO vroeg het verschijnsel van ‘ontlezing’ te overdenken, vroeg ook ons te bezinnen op het verschijnsel van ‘ontluistering’ om ook daar de strijd tegen aan te binden. 

Het gaat over het niet meer kunnen luisteren. Misschien denken we dat dit nog wel meevalt, maar als we onze moderne cultuur vergelijken met vroeger, dan valt het beslist niet mee. Vroeger konden veel meer mensen veel tijd besteden aan het lezen van goede boeken, maar ook aan het beluisteren van sprekers die soms langer dan een uur hun redevoeringen hielden. Meeslepende volksmenners als Hitler presteerden het wel enkele uren lang een massa te bewerken door een redevoering. Ook in de politiek of op andere vergaderingen kon men urenlange betogen voorgeschoteld krijgen en mensen zaten soms gedwee lange tijd te luisteren. De moderne mens kan dat niet meer. Alle informatie moet vluchtig en flitsend aangeboden worden om de aandacht te trekken en zeker om die te houden. Deskundigen bestuderen dit in verband met programma’s van de televisie of met het oog op reclameboodschappen. De moderne mens zou nog maar enkele minuten geconcentreerd kunnen luisteren. U zult begrijpen dat onze aandacht vooral naar andere plaatsen gaat, waar gevraagd wordt om te luisteren. In het kerkelijk leven denk je dan aan de preek en aan catechisatielessen. Hoe lang kunnen mensen onder ons nog luisteren? Wie is nog trouw in zijn kerkbezoek? Hoe lang kun je de aandacht van een catechisant nog trekken? En welke middelen moeten daarbij gebruikt worden?

Om bij het laatste te beginnen. Bij een catechisatieles is het best mogelijk wat variëteit aan te brengen in het aanbieden van de leerstof. Wat de prediking betreft, is het heel wat bezwaarlijker om het roer om te gooien. Ik heb wel oproepen gehoord om samen te komen in kleine discussiegroepen omdat het niet meer van deze tijd is om een uur naar iemand te luisteren die alleen aan het woord is. En omdat de Woordverkondiging met gezag plaatsvindt, willen sommigen er helemaal niet meer van weten. Steeds meer zie je mensen die het niet meer kunnen opbrengen om tweemaal op een rustdag een uur onder een preek te zitten. Modern shopgedrag en verwaarlozing van leesdiensten onderstreept vaak de moeite die men heeft men het zitten onder het Woord. De overgave en onderwerping aan de middelen die God geeft, vragen een ootmoedige luisterhouding in de zin van: ‘Merk op mijn ziel, wat antwoord God u geeft!’

Laten we in de strijd tegen de ‘ontluistering’ ons oefenen in het luisteren naar Gods Woord. Bij het lezen uit de Bijbel aan tafel moeten we de aandacht van onze kinderen al vestigen op de inhoud van wat we gaan lezen. Laat er tijd zijn voor vragen en een gesprek over wat we lazen. Neem er de kanttekeningen bij. Scherp elkaar ook op bij de kerkgang en vraag elkaar bij thuiskomst naar wat we gehoord hebben en speciaal naar de boodschap die er voor ons persoonlijk was. Laat de ‘ontluistering’ die in de wereld zo algemeen is, onze gezinnen en gemeenten niet verder verzieken, maar mocht onze houding bij een trouwe kerkgang toch zijn: ‘Ik neig het oor, daar ‘op Gods inspraak wacht…’.

C.J. Meeuse