Evangelisatie op de Westbank

Bij het werk dat we als Deputaatschap voor Israël onder het Joode volk mogen doen, hebben we vanzelf ook veel contacten met Arabische Israëli’s. Het is opmerkelijk hoe de christenen onder hen – dat zijn er overigens niet veel – helpen bij de Evangelieverkondiging onder de Joden. Vanzelf werken ze ook graag onder de moslims, zowel in Israël als op de Westbank.

Toen we eens uit Gaza-stad terugkwamen – het was In de tijd dat Yasser Arafat nog leefde en ik was er met ds. Sonnevelt en dhr. Adri Moerdijk – opperde ds. Sonnevelt het idee om iets voor deze Arabieren te doen. We waren in de Bijbelbookshop geweest, waarvan de manager later door fanatieke moslims vermoord is. Ds. Sonnevelt stelde voor enkele deeltjes van de Vertellingen bij de Bijbel die ik schreef, te vertalen in het Arabisch en zo is het gebeurd. De synode stond toe dat we ook iets deden voor Arabieren in Israël, al blijft onze eerste taak de evangelieverkondiging onder het Joodse volk. Om meerdere boekjes in het Arabisch te vertalen is er een voordelige weg gezocht via Egypte. Daar zijn, in opdracht van de stichting Ismaël, nu 200.000 exemplaren van twintig deeltjes van de Vertellingen in het Arabisch gedrukt. Als vergoeding heb ik 10.000 deeltjes gevraagd voor verspreiding in Israël en die zijn daar gelukkig aangekomen en die worden nu in het land zelf maar ook op de Westbank verbreid.

Op mijn laatste reis zijn we op de maandag naar de Westbank gegaan, naar een grote plaats die we uit veiligheidsoverwegingen beter niet kunnen noemen. We hebben daar gezien welk werk enkele Arabische christenen daar doen om het evangelie te verbreiden. Ik ben er diep van onder de indruk geraakt. De felle vijandschap van de moslims omzeilt men door cursussen of gewoon ook lessen aan te bieden aan de bevolking. We hebben bij een EHBO-les gezeten waar moslimvrouwen leerden hoe te handelen bij allerlei ongevallen in hun omgeving. Het ging over de hulp voor het lichaam, maar in die weg probeert men nu ook de weg te wijzen voor de hulp die we nodig hebben voor onze psyche en… voor onze ziel. Op de scholen krijgt men van de Palestijnse overheid toestemming om met kinderen te spreken over de belangrijkste waarden van het leven. Men besluit met een enquête en deelt als beloning voor de goede antwoorden aan de kinderen mijn Vertellingen bij de Bijbel in het Arabisch uit. Ze verklapten me dat ze dan wel alle kinderen zo’n beloning geven. Ik heb foto’s gekregen van zulke bijeenkomsten met kinderen, want helaas konden we daar niet bij zijn.

Het is me wonderlijk te moede als je ziet hoe het Woord van God nu ook onder de moslims op de Westbank wordt verbreid. Helaas is de stichting Ismaël gestopt met het laten drukken van de deeltjes en we moeten andere wegen zoeken om er nog meer te vertalen en verbreiden. Maar ieder handje zaad dat gestrooid wordt, is waardevol en de Heere kan het op Zijn tijd en wijze gebruiken. Ik heb verschillende christenen met een moslimachtergrond gesproken en bemerkt dat er bij hen geen haatgevoelens meer leven ten aanzien van Joden. Ook ontmoeten we Joodse christenen die weten wat liefde voor vijanden inhoudt en die dit tegenover moslims tonen. Ik sprak met een christelijke Arabische advocaat en hij zei dat het voegen van de Westbank bij Israël verreweg de beste oplossing zou zijn. Daar denken islamitische Arabieren, maar ook de wereldleiders, anders over. Zij zien en zoeken niet de enige weg naar wezenlijke vrede en voorspoed die er is onder Gods onmisbare zegen als we voor Hem leren buigen en Christus zeggenschap krijgt. Wij hopen die weg te blijven zoeken, al is het op heel kleine schaal. En moeten we het allemaal niet zoeken, allereerst in onze eigen omgeving? Het strooien van het zaad is onze verantwoordelijkheid. Planten en natmaken mogen we ook leren en doen. Evenwel: alleen God kan de wasdom geven. Laat er gebed voor zijn.